Mag het een bietje meer zijn?

 

Elk jaar rolt tijdens de bietencampagne – van september tot eind januari – zo’n 2.500.000.000 kilo suikerbiet de fabrieken van de Suikerunie binnen. Aan die bieten kleeft 60 tot 80 miljoen kilo zogenaamde ‘tarragrond’: klei, zand en stenen. Dit mag dan vruchtbare grond zijn, suiker valt er niet uit te winnen. Dus moet de tarragrond van de bieten gespoeld en afgevoerd worden.

Deze eerste fase van het productieproces is tamelijk grofstoffelijk. De vuile bieten rollen en spoelen met water door grote wastrommels en goten. Natuurlijk treedt daarbij de nodige slijtage op. Over het productieproces en de slijtagepreventie spreken wij met technisch verantwoordelijke, teamleider van Sectie A, Michel Reuvers:

 

Kunt u ons het productieproces uitleggen?

Ons suikerwinnend bedrijf bestaat uit drie secties. Sectie A is waar de bieten binnen komen. Ze worden gereinigd, gesneden, het sap wordt gewonnen en gereinigd tot een dun mengsel overblijft. Dat gaat naar Sectie B die het verdampen, dik maken en centrifugeren. Dan hou je suiker en melasse als bijproduct over. Sectie C omvat de nutsvoorzieningen, zoals ketelhuis, machinekamer en watervoorziening.

 

Maar Wivé is dus vooral betrokken bij uw Sectie A?

Ja, bij ons is de slijtage het grootst. De bieten worden uit de vrachtwagens in de bietenbunker gestort, met schroefspindels weer uit de bunker getrokken en op een lange transportband vervoerd naar het washuis. Dat is net een grote wasmachine, met voorwas en hoofdwas. De voorwas is een grote ronddraaiende ton met daarin uitsteeksels om de bieten goed in beweging te brengen. Daar zetten we dan een behoorlijke slok water op om zo veel mogelijk zand- en modderdelen los te krijgen.

 

‘Het is net een grote wasmachine, met voorwas en hoofdwas’

 

Vervolgens gieten we alles in een transportgoot die bij de stenenvangers breder wordt, waardoor de stroomsnelheid afneemt. De zwaardere delen zakken naar de bodem waar een schoepenrad de stenen er uit vist. Dat is erg belangrijk, want er mogen geen stenen met de bieten mee in de snijdmolens komen. Daar kunnen de messen niet tegen.

 

 

Hoeveel vuil komt er van de bieten af?

Dat ligt aan de omstandigheden. De tarragrond is 10 tot 20% van het totaalgewicht. Als het nat weer is of als het vriest is het meer dan wanneer de bieten droog geleverd worden. Soms is het zo erg, dat de verblijftijd in het washuis eigenlijk niet voldoende is om alle vuil er uit te krijgen.

Desondanks moeten we continu 1100 à 1250 ton vuile bieten per uur binnen halen om de capaciteit van de fabriek te kunnen handhaven. Dus dan loopt het wel eens vast, gaan de zaken verstoppen. En natuurlijk neemt met meer vuil ook de slijtage toe.

 

En u kunt de boel niet even stil zetten voor onderhoud?

Nee, het is in ons bedrijf eigenlijk het hele jaar aanpoten. In de campagneperiode hebben we een volcontinubedrijf. Dan moeten we door! Eventueel noodzakelijke reparaties proberen we uit te voeren zonder het proces te stoppen. Tussen de campagnes door doen we het onderhoud. Reparaties, verbeteringen, alles om te voorkomen dat we tijdens de campagne problemen krijgen.

 

 

Wat zijn de meest voorkomende problemen?

In dit deel van de productie is slijtage de belangrijkste bron van defecten. Het gaat om miljoenen kilo’s aarde, stenen en zand die zo’n vijf maanden lang 24 uur per dag langs de onderdelen schuiven en krassen. We hebben bijvoorbeeld een uitworpstuk van de voorwastrommel naar de stalen bietengoot. Dat onderdeel haalde nooit het einde van de campagne.

Daar vielen door slijtage gaten in en dan krijg je lekkages, waardoor het wasproces minder effectief verloopt, met risico’s van schade in het vervolg-proces. De enige manier om dat op te lossen is door stukken op te lassen en met stempels te werken. Maar zónder te stoppen. Dus dan trekt iemand een regenpak aan en proberen we met kunst en vliegwerk het einde van de campagne te halen. Gelukkig zijn we nogal handig op de suikerfabriek.

 

‘Het onderdeel haalde voor het eerst zonder lassen of ondersteunen het einde van de campagne’

 

Maar daar probeert u met Wivé Techniek dus iets aan te doen?

Inderdaad. De heer Leenders heeft in 2009 als proef vanuit een ander bedrijf ooit keramische tegels gezet in een pomp, en dat bleek echt te helpen tegen slijtage. Daarom dacht ik meteen aan hem toen ik iets met die bietengoot wilde doen. Leenders werkte intussen bij Wivé, en was wel geïnteresseerd om het met dezelfde keramische tegels te proberen.

En wat bleek… het onderdeel haalde voor het eerst zonder lassen of ondersteunen het einde van de campagne. Sterker, het bleek bij inspectie na de campagne zelfs helemaal geen slijtage te vertonen!

 

En nu?

Alles bekleden met tegeltjes? Zo makkelijk is het helaas niet. We kijken nu samen met Wivé naar wat er allemaal mogelijk is. We hebben een modderwaterpomp uitgerust met tegeltjes en zijn begonnen met het bekleden van leidingen met polyurethaan.

 

 

Leidingen?

Maar gaat zo’n bekleding dan niet van de diameter af? Nee, want we wachten tot het vijf millimeter is uitgesleten. Vervolgens kun je dus zonder problemen weer 5 mm toevoegen. Overigens zijn we ook bezig met het vervangen van metalen leidingen door kunststof.

Gek genoeg blijkt soms dat zachter materiaal minder snel slijt. Je kunt ook niet zomaar elk materiaal overal inzetten. Bijvoorbeeld keramiek op metaal… dat kan problemen geven bij temperatuurverschillen omdat het keramische materiaal niet uitzet.

 

Dus is het wel prettig om met een specialist te kunnen overleggen

Precies. Ik leg de problemen aan Wivé voor en oplossingen bedenken doen we samen. Soms ziet Wivé meteen wat de beste manier is. Soms ook moeten we een studie uitvoeren. Inmiddels weet Roel Leenders wel zo’n beetje hoe het werkt bij ons. En anders praten we hem wel bij.

 

Alles over de innovatieve kennis bij Wivé